. Op naar ... ?: Oefensessie 3: Aflegsysteem

donderdag 4 december 2008

Oefensessie 3: Aflegsysteem

Met bijzondere dank aan Mike & Maarten voor hun verslagen:

Een autopomp is altijd op ongeveer dezelfde manier ingedeeld, links waterbevoorrading en rechts aanval.

Waterbevoorrading:
Nr. 3 is de armatuurman; deze neemt dadelijk de standpijp en de hydrantsleutel en begeeft zich naar de hydrant. Hij maakt de put proper, zet de standpijp vast en spoelt deze.
Ondertussen heeft nr. 4 (de slangenman) twee slangen van 70 afgerold van de autopomp naar de hydrant en geeft het uiteinde van elke slang aan de pompbedienaar met de duidelijke melding VOEDING!!!!!
Als de slangen aangesloten zijn op de hydrant door nr. 3 roept hij naar de pompbedienaar WATER en als hij dan bevestiging krijgt van de pompbedienaar zet hij de kranen van de hydrant volledig open. Daarna gaat hij met nr. 4 de slangen goed leggen zodat er nergens een knik meer in is waarna deze twee zich melden bij hun overste met de melding “waterbevoorrading ok”.
TIP: Rol de slangen af altijd van de autopomp weg zodanig dat de overschot van slang wegliggen van de autopomp om daar geen kluwen/gevaarlijke situatie te creëren.

Aanval:
Deze krijgen onmiddellijk een opdracht van hun overste.
Mogelijkheid 1:
Aanval hogedruk dwz. nr. 1 (de armatuurman) neemt de hogedrukstraalpijp en gaat naar de plaats waar zijn overste zich bevindt en luistert naar zijn commando. Nr. 2 (de slangenman) begeleidt de slang van de hogedruk en vervoegt dan 1 om deze bij te staan.
Opgelet: beide ploegen gingen naar de linkerkant van de AP om hun materiaal te nemen omdat de autopomp aan de rechterzijde dicht tegen de kant van de weg stond. Dit zorgde even voor een opstopping dus het is aan te raden dat de aanvalsploeg toch zoveel mogelijk aan de rechterkant van de autopomp blijft indien mogelijk om hun materiaal te nemen.
Mogelijkheid 2:
Aanval lagedruk 70 dwz. nr. 1 neemt een straalpijp 70 en de reactieboog en begeeft zich naar zijn overste en luistert naar deze zijn commando. Nr. 2 neemt een slang 70 rolt deze af van de pompwagen naar zijn overste, geeft een uiteinde aan pompbedienaar met de melding AANVAL en begeeft zich met het andere uiteinde naar nr. 1. Als de slang aan de straalpijp aangesloten is roept nr. 1 naar pompbedienaar WATER. Nr. 2 legt de slang zonder knikken en staat dan 1 bij.

Verder:
Het kan dat de overste zegt AANVAL MONITOR.
Nr. 3 (de armatuurman) neemt de monitor die zich aan de rechterzijde van de autopomp bevindt en begeeft zich naar zijn overste, nr. 4 neemt een slang van 70 en rolt deze uit van de autopomp naar de monitor, geeft een uiteinde aan de pompbedienaar met de melding MONITOR en gaat met het ander uiteinde naar nr. 3. Als nr. 3 de slang aan de monitor aangesloten heeft roept hij WATER naar de pompbedienaar. Nr. 4 haalt eventuele knikken uit de slang en vervoegt 3 om deze bij te staan.
Zelfde tip.

Stel dat 1&2 en 3&4 een aanval lagedruk 70 aan het uitvoeren zijn en de monitor is nodig dan kan de overste 2&4 wegroepen en vragen om de monitor te installeren. Dan fungeert 2 als armatuurman en 4 als slangenman.

In het geval van stagiairs in de autopomp kan de overste de nummering enigszins aanpassen tijdens de rit naar de interventie. Bijkomend in het geval van AP3: de 5de en een 6de man in de autopomp krijgen ook hun taak van de overste.
























B: Officier(normaal minimaal sergeant)

C/P: Chauffeur / Pompbedienaar

1: Armatuurman Aanvalsploeg

2: Slangenman Aanvalsploeg

3: Armatuurman Waterbevoorrading

4: Slangenman Waterbevoorrading

0 commentaren: